woensdag 17 juli 2013

Lode Zielens - Moeder, waarom leven wij (1932)




“Werd dit zelfs niet meer dan zij ooit verwachtte? Zij weet het immers reeds lang: het geluk is niet durend en voor elke kruimel ervan moet zij dankbaar zijn, want - al heeft zij misschien wel recht op geluk - zij behoort tot die wezens in wier leven het geluk nu eenmaal niet thuishoort. Slechts het leed vult hun bestaan en dat houdt hen zo mak dat zij nooit meer in machtige vaart kunnen opstuiven en opstandig worden tegen hun lot. Zij dulden, zij aanvaarden en hebben geen betrachting. Zij leven levenloos; over hun bestaan verwijlt niet het minste licht, niet de geringste klaarte doorflitst hun ziel en verheft hen eens, o, maar een enkele maal boven die normen van het dagelijkse leven.

Hun bestaan vervloeit onder deze normen. Zij zijn zeer arm, zij hebben nooit iets en als zij, als bij toeval, eens iets bezitten, wordt hun dat doorgaans ontnomen. Maar steigeren daarom en zich desnoods te pletter lopen tegen de grote macht van de sterke kunnen zij niet. Zij zijn gewoon niets te bezitten. Netje had slechts Louis - nu heeft zij ook Louis niet meer.

Nu bezit Mariëtte hem. Reeds op haar huwelijksdag wist Netje - zij het niet zo doorhelder - dat zij eens haar man aan Mariëtte zou moeten afstaan. Dat is nu geschied. Zij heeft zijn strijd gevolgd, en toen hij haar die avond vernederde, wist zij wel waarom hij dit deed.”



Geen opmerkingen:

Een reactie posten